Friday, January 29, 2010

Stress en burn out

Stress en burn out

Stress brengt het lichaam in staat van paraatheid: de polsslag versnelt, de spieren spannen zich en de ademhaling wordt sneller en dieper. Die spanning helpt een chauffeur bijvoorbeeld om snel op de rem te trappen als er plotseling een kind voor zijn auto schiet.

Stress stelt mensen in staat extra alert te reageren en geconcentreerd te werken aan een lastige klus of een moeilijk examen. Na afloop van zo’n gebeurtenis vloeit de spanning vanzelf weg. Deze stress is niet ongezond. Het hoort bij het leven en komt bij iedereen voor.

Sommige situaties leveren stress op zonder dat deze effectief te gebruiken is. Veel mensen raken bijvoorbeeld gestresst tijdens hun dagelijkse verblijf in de file. Mensen bouwen ook stress op wanneer de werkdruk constant te hoog is of er thuis voortdurend spanningen zijn door ziekte of ruzies. Dubbele hypotheken, verbouw van de nieuwbouw woning terwijl je nog in het oude huis woont en geen vrij kunt nemen, zijn vaak gehoorde scenario's voor stress.

Die stress is niet meer gezond, maar veroorzaakt overbelasting en uitputting. In het ergste geval kan dit uitmonden in overspannenheid of burn-out.

Verschijnselen van stress en overbelasting
Stress uit zich vaak eerst in onopvallende, ‘gewone’ klachten. Die kunnen per persoon verschillen. De één krijgt last van maagpijn, de ander van eczeem, de derde slaapt slecht. Als de stress lang aanhoudt of er geen tijd is om te herstellen, worden de gevolgen op steeds meer gebieden merkbaar. De belangrijkste verschijnselen zijn:

Lichamelijk:

-aanhoudende moeheid
-slapeloosheid
-spierpijn, hoofdpijn, rugpijn
-maagpijn, darmstoornissen, slechte eetlust
-verminderde weerstand (met meer kans op verkoudheid en griep)
-hartkloppingen, verhoogde bloeddruk, verhoogd cholesterol.

Psychisch:

-niet meer tot rust kunnen komen, gejaagdheid
-prikkelbaarheid, irritatie
-sombere buien, huilbuien, piekeren, angst
-niet meer kunnen genieten, lusteloos en futloos zijn
-besluiteloos concentratieverlies, vergeetachtig
-onzeker, verminderd zelfvertrouwen.

Gedragsveranderingen:

-minder presteren en meer fouten maken
-steeds meer roken en veel alcohol en drugs gebruiken
-steeds meer slaap- of kalmeringsmiddelen gebruiken
-sociale contacten steeds meer uit de weg gaan.

Van kwaad tot ergerStress is gezond zolang de eisen die aan iemand worden gesteld niet hoger zijn dan wat die persoon aankan. De draaglast (de belasting) en de draagkracht (de belastbaarheid) zijn dan met elkaar in evenwicht.

De problemen ontstaan wanneer de draaglast groter wordt dan de draagkracht en deze overbelasting lange tijd aanhoudt. Mensen in deze situatie putten zichzelf almaar verder uit, in een poging aan de gestelde eisen te voldoen.

Hoe groter de uitputting, hoe erger de klachten worden. Mensen die lang overbelast zijn, worden ook steeds emotioneler. Uitbarstingen van woede, agressie, paniekaanvallen, wantrouwen en depressieve gevoelens komen in de plaats van irritatie, piekeren en bezorgdheid.

Zelfs gewone dagelijkse dingen doen wordt steeds moeilijker. Een telefoontje plegen, stofzuigen, wassen: alles kost veel energie. Nadenken lukt niet meer goed en het wordt steeds moeilijker hoofd- en bijzaken te onderscheiden. Gedachten als ‘waar doe ik het allemaal voor?’ en ‘ik sta overal alleen voor’ dringen zich op. Op een bepaald moment is de koek helemaal op. Een klein voorval is dan vaak de druppel die de emmer doet overlopen, waardoor iemand instort.

Fasen van burn-out
Een burn-out ontstaat volgens een vast patroon. Dit zijn de fasen die bijna iedereen met een burn-out doorloopt.

Ziek worden
Een burn-out begint meestal met het gevoel dat dingen niet meer zo goed lukken. U merkt dat u zich meer moet inspannen voor hetzelfde resultaat. U hebt steeds minder zin om naar uw werk te gaan en u neemt steeds meer werk mee naar huis. U krijgt ruzie op uw werk en er ontstaan ook thuis spanningen.
U wordt ontevreden met het werk dat u levert. U stelt steeds hogere eisen aan uzelf. Het werk laat u niet meer los. U neemt niet meer de tijd om u te ontspannen. U slaapt slechter. U krijgt lichamelijke klachten, zoals hoofdpijn, hartkloppingen en een hoge bloeddruk.

U voelt u niet meer betrokken bij uw werk. U krijgt een houding van 'het kan me niet schelen'. U luistert slecht, en u geeft anderen de schuld van uw eigen fouten. U blijft vaker ziek thuis.

Uitputting
U meldt u ziek omdat u niet meer wil en kunt werken. U denkt erover om ontslag te nemen. U voelt u schuldig tegenover uw collega's. Over uw werkgever bent u misschien juist onverschillig. U hebt allerlei lichamelijke klachten en komt veel bij de huisarts.
U wordt maar niet beter. Daardoor voelt u zich steeds schuldiger. U krijgt depressieve klachten en u wilt eigenlijk alleen nog maar slapen.
U piekert over uw werk: ben ik er eigenlijk wel geschikt voor? Kan ik het wel? U weet niet goed wat u moet met uw leven. U bent somber en depressief. In deze fase kunt u ook agressief worden of angststoornissen krijgen.

Behandeling van burn-out
Bij de behandeling van burn-out gaat het er allereerst om dat u leert rusten en ontspannen. Maar uitrusten is niet genoeg om van een burn-out te genezen. U zult moeten veranderen. De manier waarop u werkt, uw manier van denken en misschien uw werkomgeving moeten anders. Dat is niet makkelijk. Het is verstandig om daar hulp bij te zoeken.

Uw huisarts kan u doorverwijzen (bijvoorbeeld naar een psycholoog). Sommige artsen schrijven antidepressiva of een slaapmiddel voor. Of antidepressiva helpen om uit een burn-out te komen, daarover verschillen de meningen van deskundigen: de meeesten vinden het een laatste redmiddel.

Uw werkgever is verantwoordelijk voor goede werkomstandigheden. Dat kan bijvoorbeeld ook betekenen dat hij een omscholingscursus voor u betaalt. Op www.werkenpsyche.nl vindt u meer informatie.

Via de arbodienst of arboarts kunt u trainingen volgen om beter om te gaan met werkstress. Voor deze trainingen kunt u ook terecht bij een instelling voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ) bij u in de buurt.

Met psychotherapie van www.ammerlaancounseling.nl, een cursus sociale vaardigheden en gedragstherapie leert u anders in het leven te staan en 'nee' te zeggen. U kunt hiervoor onder meer terecht bij een instelling voor geestelijke gezondheidszorg of een eerstelijnspsycholoog.
Er zijn ook behandelingen via internet voor burn-out.

U kunt u leren ontspannen door ademhalingsoefeningen en ontspanningsoefeningen te doen (fysiotherapie, cesartherapie en mensendieck therapie).

Er zijn organisaties die zijn gespecialiseerd in burn-out, te vinden via Stichting Kenniscentrum Werkbeleving.

Thursday, January 28, 2010

De winter in de nieuwbouw duurt langer... en clienen komen met depressieve klachten.
Iedereen is wel eens somber of treurig. Zulke gevoelens kunnen opkomen na een tegenslag of ruzie met de buurman over de tuinafscheiding, het verlies van een dierbaar iemand, heimwee naar het oude huis, of zomaar. Meestal trekt zo’n sombere bui vanzelf weg.

Maar bij sommige mensen blijft deze stemming aanhouden. Ze hebben nergens meer zin in of belangstelling voor. Hun hele bestaan wordt beheerst door somberheid. Al schijnt de zon en bruist alles om hen heen van leven, het raakt hen niet. Ze missen de energie om iets te ondernemen en het lukt maar niet om minder somber te worden.
Mensen die weken- tot maandenlang last houden van zo’n zwaarmoedige stemming lijden aan een depressie.

Soms gaat een depressie gepaard met allerlei andere klachten als lusteloosheid, paniek- of angstgevoelens, prikkelbaarheid of snel geïrriteerd zijn, vergeetachtigheid, verminderde seksuele gevoelens, veel of juist niet kunnen huilen, gevoelens van hopeloos- en hulpeloosheid, lichamelijke klachten waarvoor geen oorzaak gevonden wordt, het leven zonder zin of doel vinden of verwaarlozing van zichzelf, het huis of sociale contacten.

Wat is een depressie?
Helaas is het beantwoorden van deze vraag niet gemakkelijk. Om te begrijpen wat een depressie inhoudt, is het belangrijk om onderscheid te maken tussen normale depressiviteit en een depressie.

In het algemeen wordt gesproken van een depressie wanneer iemand:

- langer dan twee weken ongewoon somber is en/of nergens meer plezier in heeft

- daarnaast een aantal klachten heeft als slaapstoornissen, verminderde eetlust, weinig energie, vermoeidheid, concentratieproblemen, besluiteloosheid, traagheid, lichamelijke onrust, schuldgevoelens, gedachte over de dood of zelfdoding

- de klachten het dagelijks functioneren verstoren en er sprake is van psychisch lijden.


Depressieve verschijnselen
Om vast te kunnen stellen van welke psychische stoornis sprake kan zijn, maken hulpverleners gebruik van de DSM IV (Diagnostical Statiscal Manual - IV). DSM IV is een handboek waarin gedetailleerd staat beschreven welke verschijnselen zich voordoen bij welke aandoening.

Volgens de DSM IV zijn de twee belangrijkste kenmerken van een depressie:

- een sombere depressieve stemming, leegheid
- het verlies van interesse en plezier, niet meer blij kunnen zijn.

Om van een depressie te kunnen spreken dient minstens één van deze twee hoofdkenmerken aanwezig te zijn en daarnaast meerdere van de volgende zeven klachten of verschijnselen:

- een gevoel van waardeloosheid of schuldgevoelens
- slaapstoornissen
- verminderde of grotere eetlust of duidelijke gewichtsverandering
- weinig energie of vermoeidheid
- concentratieproblemen of besluiteloosheid
- traagheid of juist aanhoudende lichamelijk onrust
- terugkerende gedachten over de dood of zelfdoding.

Wanneer u behalve één van de twee belangrijkste kenmerken meerdere van deze verschijnselen bij uzelf of een ander herkent, en de klachten zijn gedurende langere tijd (minimaal twee weken) aanwezig én het dagelijks functioneren is ernstig verstoord, dan kan er sprake zijn van een depressie. Het is dan zeer aan te raden naar de huisarts te gaan.


KinderenDepressies doen zich in alle leeftijdscategorieën voor. Maar afhankelijk van de leeftijd uit de depressie zich vaak anders. De depressie bij kinderen is bijvoorbeeld minder eenvoudig vast te stellen omdat de verschijnselen zich ook bij andere problemen kunnen voordoen. De verschijnselen bij kinderen (tot aan de puberteit) zijn:

-verlies van eetlust

-problemen met slaap zoals nachtmerries

-problemen met gedrag of duidelijk slechtere cijfers op school

-significante gedragsveranderingen; zich terugtrekken, lusteloosheid, agressiviteit.

Bij oudere kinderen en adolescenten kan een extra indicator het gebruik van drugs of alcohol zijn (vluchtgedrag)


Diagnose stellen van een depressie is langdurig
Indien iemand twee weken of langer last heeft van depressieve verschijnselen is het belangrijk hulp te zoeken. De huisarts is de eerst aangewezen hulpverlener. De huisarts kan niet alleen beoordelen of er sprake is van een depressie maar kan ook de ernst van de klachten inschatten.

Aan de hand daarvan zal zij/hij in overleg met de patiënt bekijken of en zo ja welke behandeling het beste kan worden ingezet.
Helaas worden de nieuwe richtlijnen nog niet overal toegepast. Daarom is het goed om als patiënt zelf te weten waarop u kunt letten bij diagnose en behandeling.
    Let op: anti-depressieva maken de depressie alleerst veel erger: daarom dient een huisarts ze pas als laatste redmiddel EN in combinatie met begeleiding voor te schrijven.


Diagnostiek is geen momentopname meer maar een traject waarvan watchful waiting en stepped care onderdeel uitmaken.

Watchful waiting = even afwachten of het vanzelf bijtrekt
Als u langer dan twee weken last heeft van depressieve klachten die uw dagelijks functioneren belemmeren, dan is het raadzaam om naar uw huisarts te gaan. De huisarts zal zo goed mogelijk inschatten wat er aan de hand is. Van belang daarbij is dat u uw huisarts duidelijk vertelt wat u klachten precies zijn, wanneer ze zijn begonnen, of er een mogelijke aanleiding voor is, etc.

Als de klachten nog géén drie maanden aanwezig zijn en u nog redelijk kunt functioneren, zal de huisarts niet meteen de diagnose depressie stellen. Hij/zij zal aangeven dat uw klachten mogelijk wijzen in de richting van een depressie, maar zal nog geen antidepressivum of psychotherapie voorstellen.

'watchful waiting' wil zeggen dat uw huisarts u zorgvuldig in de gaten zal houden. Hij/zij zal u minimaal één keer in de twee weken terug laten komen op het spreekuur. De eerste keer zal informatie over depressie worden meegegeven en een aantal tips die u zelf kunt toepassen om wellicht wat verbetering in de situatie te brengen. Ervaring heeft namelijk geleerd dat mensen met niet al te ernstige depressieve klachten die op een wachtlijst stonden voor therapie, opknapten in de weken dat ze op de wachtlijst stonden.

Mochten de depressieve klachten in de loop van een aantal weken niet afnemen dan zal de huisarts in overleg met u besluiten om andere middelen in te zetten en zal de diagnose 'depressie' definitief gesteld worden.

Depressie is vaak goed te behandelen. Verreweg het grootste deel van de behandelingen bij depressie heeft een gunstig effect. Voor behandeling moet de stap naar de hulpverlening worden gezet. De huisarts is hiervoor de eerste aangewezen persoon. In eerste instantie wordt gekeken wat er aan de hand is: wat zijn uw klachten, hoe kunt u het beste worden geholpen?

Afhankelijk van de ernst van de klachten wordt eerst een periode van watchful waiting in acht genomen. Wanneer de depressieve klachten niet overgaan zal in overleg met u een behandeltraject worden afgesproken. Afhankelijk van de ernst van de klachten zal eerst begonnen worden met minimale interventies, dat zijn lichte behandelingen waar veel mensen al erg van opknappen. Mocht dat niet het geval zijn dan wordt overgegaan op medicijnen óf praten. Als ook deze stap niet voldoende resultaat oplevert, wordt naar de volgende overgegaan; bijvoorbeeld praten én pillen.


Stepped care: diverse aanpakken, waarbij eerst de patient zelf actie onderneemt
De behandeling verloopt, volgens de meest recente landelijke richtlijnen dus volgens een stappenplan van zo licht mogelijk tot zwaar, ook wel 'stepped care' of 'getrapte zorg' genoemd. Dat betekent dus dat in geval van een milde depressie wordt begonnen met een minder intensieve behandeling en in situaties waar dat noodzakelijk is meteen een intensieve behandeling plaatsvindt.

De stappen in 'stepped care' zijn:

Watchful waiting
Zelfhulp
Minimale interventies
Praten
Mindfulness / bewustwording
Pillen
Lichttherapie / zonnebank
Electro Convulsie Therapie

Vormen die tot voor kort nog tot het alternatieve circuit gerekend werden, worden nu ook in de reguliere aanpak toegepast: mindfulness, running therapy, lichttherapie, lichaamsgerichte therapie.

Zelftest? http://www.psychischegezondheid.nl/depressiezelftest

Sunday, January 3, 2010



Okay, de ontlading van spanning is eruit: een nieuwe asbak moet er komen en de kat leeft nog. Maar hoe verder? Communicatie dus.



Als je op een duidelijke manier wil communiceren met je gesprekspartner, kun je altijd de ABC-formule gebruiken in de feedback over elkaar, op een moment dat de spanning er niet is. Hoe werkt dat?



Die formule houdt in: “Wanneer jij A doet in situatie B voel ik me C”. A slaat op specifiek gedrag van je gespreks-partner,
B op de situatie waarin dat gedrag plaatsvond en C op het gevoel dat je daardoor krijgt.



Bijvoorbeeld:

“Als jij de keukenafwas voor mij alleen achterlaat (A) en daarna ‘s avonds in je eentje op de bank gaat twitteren (B) krijg ik het
gevoel dat ik alles alleen moet doen en daar wordt ik vaak boos en verdrietig van (C).”



Pas de ABC feedback toe: Dit leidt tot meer begrip, met als gevolg een betere uitkomst van het gesprek.

Er speelt vaak van alles
Ieder persoon heeft een verschillende communicatiestijl. Probeer hier rekening mee te houden voordat je met een gesprek begint.

Enkele belangrijke verschillen in communicatiestijl: De ene partner meer praat vanuit verstand en de ander meer praat vanuit gevoel.

Zowel emoties als verstand zijn nodig binnen een goede relatie, het is belangrijk om elkaar op het vlak van het verstand én op het
vlak van het gevoel te leren begrijpen. Voor de meeste mannen betekend dat engelengeduld om de gevoelens aan te horen en NIET oplossingen aan te dragen. Voor vrouwe de uitdaging om
korter hun verhaal te doen dan naar vriendinnen. Want mannnn en vrouwen communiceren anders.


Daarnaast communiceert elke persoon vanuit een bepaalde optiek (zie Axenroos). De ene partner geeft te snel kritiek of maakt verwijten en de ander gaat te snel in verdediging. Hoewel gevoelsmatig de verwijten of de kritiek heel terecht kunnen lijken, roept dit meestal verzet op bij de ander en is een strijd verzekerd.



Persoonlijkheid en eeerdere ervaringen spelen een rol.
De ene partner praat heel graag en de ander heeft een wat meer gesloten karakter of de ene partner kan wel goed over gevoelens praten terwijl de ander hier moeite mee heeft.

Je moet hiervoor de tijd nemen.
De ene partner is vooral gericht op het oplossen van een probleem terwijl de ander het probleem graag tot in details wil bespreken. Dit is een bekend mannen versus vrouwen probleem.


Timing is belangrijk. De ene partner heeft behoefte om te praten op een moment dat de ander daar even helemaal geen behoefte aan heeft. Bijvoorbeeld bij het thuiskomen na het werk of als de ene partner in de ochtend iets later op gang komt. Het is belangrijk om dat moment te kiezen wanneer beiden open staan voor een gesprek.

Wat vaak voorkomt is dat dat partners wel goed of lang kunnen praten, maar niet goed kunnen luisteren. Als je al halverwege de zin van de ander een antwoord klaar heeft luister je meestal niet goed.

De een praat in korte duidelijke zinnen en de ander heeft een heel verhaal nodig om hetzelfde duidelijk te maken. Dit kan tot grote ergernis leiden wat goed luisteren weer moeilijk maakt. Als de een erg langdradig is zal de ander ongeduldig worden en in het andere geval kan de ander het gevoel hebben dat deze alles uit de ander moet trekken.

Als de kennis van de Nederlandse taal erg verschillend is kan dit ook tot grote problemen leiden. Als de ene partner woorden gebruikt die de andere partner niet helemaal begrijpt kan dit tot grote misverstanden leiden. Ook kan de partner met de iets kleinere woordenschat zich dom of ondergeschikt voelen en zich gaan verdedigen. Dit kan leiden tot een strijd om de communicatie stijl.

Tips voor betere communicatie

- Probeer om de beurt te praten en probeer elkaar niet in de rede te vallen.

- Probeer als antwoord eerst datgene wat de ander zegt samen te vatten. Hiermee geef je aan dat je goed luistert. Door het in vragende vorm te doen, kun je polsen of u de ander goed begrepen heeft.

- Goed communiceren is vooral goed luisteren.

- Wacht even en denk even na over wat je gaat zeggen voordat je antwoord geeft. Als je het antwoord al klaar hebt voor de ander is uitgesproken heb je meestal niet goed geluisterd en niet goed nagedacht. Het zal iedereen wel eens overkomen zijn dat men iets gezegd heeft waarna men zich de tong wel kon afbijten van spijt.

- Praat niet te lang achter elkaar en geeft de ander ook gelegenheid om te antwoorden. Twee monologen maken geen dialoog. Wanneer je zonder pauzes in te lassen achter elkaar door praat om je mening duidelijk te maken, bereik je vaak het tegenovergestelde omdat de ander halverwege je verhaal al niet meer luistert omdat deze in het hoofd al bezig is met het antwoord op het eerste deel van wat je zei.

- Let op je houding, een open houding brengt dichterbij een gesloten houding zoals armen over elkaar zal afstand tot gevolg hebben. Als de ander een gesloten houding aanneemt kan je hier ook uit afleiden dat je benadering waarschijnlijk te aanvallend is waardoor de ander al niet meer open staat voor je mening of suggestie. Probeer dan eerst weer de sfeer weer rustig te krijgen en de houding van de ander weer open te maken voor je verder gaat.

- Spreek af dat het niet met elkaar eens hoeft te zijn, een goede afspraak om het oneens te zijn kan ervoor zorgen dat men elkaar niet hoeft te overtuigen van het eigen gelijk maar dat zonder aanval en verdediging men elkaars mening leert kennen. Accepteer dat de ander verschillend is en dat verschillen elkaar ook goed kunnen aanvullen.

- Probeer extreme woorden zoals altijd of nooit te vermijden, dit zal namelijk altijd tot gevolg hebben dat de ander in verdediging en er een strijd ontstaat over altijd of nooit.

- Blijf bij het onderwerp, het is heel eenvoudig (en soms ook een bewust verdedigingsmechanisme) om het gesprek naar een ander onderwerp om te buigen. Als het gesprek een andere kant opgaat, spreek dan af om daar een andere keer over te praten en nu bij het ene onderwerp te blijven.

- Leer te accepteren dat de ander anders is en dat je dat niet kunt veranderen. Als je deze verschillen kunt koesteren in plaats van een strijdpunt maken zal dit meer saamhorigheid tot gevolg hebben.

- Als beide partners goede wil hebben, maar de communicatie een probleem blijft dan is relatietherapie een goede oplossing. De therapeut kan als derde partij het gesprek in goede banen leiden en aangeven waar de communicatie problemen van beide partners zitten. Door te werken aan goede communicatie kan een relatie weer opbloeien en een veilige stabiele relatie voor het leven worden.




Hoewel de meeste mensen bij het aangaan van een relatie meer op uiterlijke chemie en uitstraling letten is het net zo belangrijk
om in de eerste fase al af te tasten of je goed kunt communiceren en of de belangstelling en het kennis niveau een beetje op elkaar aansluit. Deze zaken zijn voor een langdurige goede relatie meer belangrijk dan
lichamelijke aantrekkingskracht. Uiteindelijk kun je je natuurlijk ook in de ander daadwerkelijk gaan verdiepen.....90% van gedrag is geleerd. dus kun je het ook afleren.